De avond ervoor maak ik een voordeeg van:
425 gram bloem
230 gram water
3,5 gram droge gist
De volgende ochtend maak ik het deeg van:
het voordeeg
1575 gram bloem
1030 gram water
40 gram zout
6 gram droge gist
Als ik op de boerderij aankwam, verdeelde ik het brood over de vormen zodat het de 2e rijs kon doen. Daarna de oven een uurtje of 2 stoken en dan de broden erin.
Ditzelfde deeg gebruik ik ook als ik met de kinderen 'brood op stok' maak. Het hoeft dan niet gevormd te worden. Hiervoor in de plaats draai ik kleine balletjes van het deeg. Ik schat dat ze ca. 50 gram zijn. Deze balletjes worden later tussen de handen tot slangetjes gerold. Daarna kunnen ze rond een natte stok gedraaid worden en boven hete kooltjes gaar geroosterd worden. Pas op voor het verbranden van het brood.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten